WINTERSWIJK – De Zutphense rechtbank kreeg dinsdag twee softdrugszaakjes uit Winterswijk op zijn bord. Een Winterswijks stel dat met een paar wietplanten in huis dacht een extra zakcentje te verdienen. En een Oldenzaler die vanuit een Winterswijkse growshop een paar gram wiet verkocht aan enkele Duitse jongens.
Er was angst om uit huis gezet te worden. ‘En we konden het grootste deel van onze rekeningen niet betalen. We dachten: ‘Dat is de oplossing’.’
Dat vertelde een 33-jarige Winterswijkse vrouw gistermiddag tegen politierechter mr. Krijger. Zij en haar 34-jarige echtgenoot stonden terecht omdat ze van 1 augustus tot en met 30 november 2005 in hun huis aan de Joost van den Vondelstraat 24 hennepplanten hadden staan. En ze zouden in dezelfde periode stroom hebben gestolen van Nuon. Voor het laatste feit stond alleen de man terecht.
Ze gaven het telen van de hennep grif toe, maar ontkenden dat ze stroom hadden gestolen. Dit hoewel tijdens de politie-inval bleek dat de originele zegels op de meterkast ontbraken. En de Nuon had berekend dat vanaf 1 juni 2001, toen de meter voor de laatste keer was gecontroleerd, slechts de helft van de normale hoeveelheid stroom zou zijn gebruikt.
‘Maar degene die toen de meter opnam, heeft niet naar de zegels gekeken’ aldus de man. ‘En bij een vorige inval heeft de politie ook in de meterkast gekeken. Ik heb er ook maar één lamp gehad, daarvoor ga ik geen stroom stelen.’ Hij zei dat de vorige eigenaar, die er ook een wietplantage had gehad, met de zegels had geknoeid.
Zijn vrouw gaf aan dat haar man een aantal keren gedetineerd was geweest. ‘In die tijd zat ik bij mijn moeder. Daarom verbruikten we minder stroom dan normaal.’
Officier van justitie mr. Bosch vond het telen van de hennep en het illegale gebruik van stroom bewezen. Ze vond het ‘zeer aannemelijk’, dat de man de meter had teruggedraaid. Volgens haar stond dat gelijk aan oplichting.
Ze eiste voor de vrouw 28 uur werkstraf en voor de man een werkstraf van 60 uur, een voorwaardelijke celstraf van twee weken en een proeftijd van twee jaar.Mr. Krijger vond dat illegaal stroomgebruik niet bewezen kon worden, omdat in een brief van de Nuon niet werd aangeven dat de meteropnemer in 2001 de originele zegels gezien had en dat hij ze had gecontroleerd. ‘Daarom is er onvoldoende bewijs, hoewel u de schijn wel tegen hebt.’
Hij gaf de vrouw, die in zijn optiek een bijrol had gespeeld, een werkstraf van 16 uur. Omdat mr. Krijger illegaal stroomgebruik niet bewezen vond, kreeg de man een werkstraf van 30 uur, een voorwaardelijke celstraf van twee weken en een proeftijd van twee jaar.
Laminaat
Een tweede uitspraak volgde tegen een verkoper van softdrugs. Ook hij mocht zijn verhaal gisteren vertellen in de Zutphense rechtbank.
Hij werd tijdens het leggen van laminaat in een Winterswijkse grow- en smartshop lastiggevallen door twee Duitse jongens, die softdrugs wilden. Om van hen af te komen, verkocht de 45-jarige inwoner van Oldenzaal een van de jongens tenslotte 14 gram wiet voor een bedrag van 50 euro. Hij had daarbij echter de pech dat de jongens door de politie, die de winkel al langer in de gaten hielden, werden aangehouden. En tijdens het onderzoek in de winkel bleek dat er 124 gram hash en 320 wiet in een kast achter de bar lagen.
De man bekende gisteren tegenover de Zutphense politierechter mr. Krijger de verkoop en het voorhanden hebben van de grotere hoeveelheden drugs. Mr. Krijger vroeg zich echter af of de man niet als stroman van de eigenaar van de smartshop fungeerde. Dat was volgens de verdachte niet het geval. Raadsman mr. Kalk zette vraagtekens bij een deel van de verklaring van zijn cliënt. Hij vond dat bewezen kon worden dat zijn cliënt de Duitse jongen de 14 gram wiet had verkocht. ‘Maar met feit twee (het voorhanden hebben van de drugs, red.) heb ik wel moeite. Hij zegt: ‘Die drugs zijn van mij’. Daar zet ik vraagtekens bij.’
Officier van justitie mr. Bosch vond de verkoop en het bezit van drugs bewezen en eiste een werkstraf van 10 uur voor de verkoop en een werkstraf van 50 uur, een voorwaardelijke celstraf van twee weken en een proeftijd van twee jaar. Mr. Krijger gaf de man voor het bezit van de drugs een werkstraf van 40 uur, een voorwaardelijke celstraf van twee weken en een proeftijd van twee jaar.
